Hoe werkt reserveringsruimte?
Pensioen kent verschillende vormen. Het Nederlandse stelsel rust op drie hoofd pijlers en een vierde informele pijler. Deze pijlers zijn de AOW (1e pijler), het aanvullend pensioen (2e pijler, ookwel collectief) via de werkgever, individuele pensioenvoorzieningen (3e pijler, ookwel lijfrente) en eigen beleggingen of bezittingen (4e pijler).
Maar, niet iedereen in Nederland heeft een pensioen en zelfs als zij een pensioen hebben bouwen ze niet altijd genoeg op. Dit kan een pensioengat veroorzaken. Met jaarruimte en reserveringsruimte stimuleert de overheid extra pensioenopbouw.
Hieronder leggen we duidelijk uit wat deze begrippen inhouden en hoe reserveringsruimte werkt.
Wat is reserveringsruimte en wanneer is het van toepassing?
Reserveringsruimte (ook wel inhaalruimte) is de onbenutte jaarruimte uit voorgaande jaren die je alsnog mag gebruiken. Met andere woorden, als je in eerdere jaren je jaarruimte niet (volledig) hebt benut – bijvoorbeeld omdat je dat jaar geen storting in een lijfrente hebt gedaan – mag je dat gemiste bedrag in een later jaar alsnog inhalen.
Dit is van toepassing voor iedereen die in het verleden een pensioengat heeft opgelopen door niet de toenmalige jaarruimte te gebruiken. De reserveringsruimte geeft die personen een extra mogelijkheid om de gemiste pensioenopbouw alsnog in te halen met fiscale ondersteuning.
Wanneer geldt het?
Reserveringsruimte ontstaat automatisch als je jaarruimte uit vorige jaren niet hebt gebruikt. Je hoeft dit niet apart aan te vragen; het is simpelweg de optelsom van je ongebruikte jaarruimtes van de afgelopen jaren.
Bijvoorbeeld: als je in 2022 en 2023 jaarruimte had, maar geen of onvoldoende lijfrentepremie stortte, dan heb je in 2024 reserveringsruimte ter grootte van die niet-benutte bedragen.
Let op: je hebt alleen jaarruimte (en dus reserveringsruimte) als je daadwerkelijk een pensioentekort had. Heb je geen pensioentekort (bijvoorbeeld omdat je via je werkgever al maximaal pensioen opbouwde), dan is er geen jaarruimte en bouw je ook geen reserveringsruimte op.
How is the reserve space calculated?
De reserveringsruimte wordt berekend als de som van niet-benutte jaarruimte over een reeks voorgaande jaren. Momenteel mag je de jaarruimte van de afgelopen 10 jaar terughalen. Concreet betekent dit dat in 2025 de jaarruimtes van 2015 tot en met 2024 in aanmerking komen: alle ruimte uit die jaren die je niet gebruikte, telt op tot jouw reserveringsruimte in 2025.
Stap voor stap berekenen
Eerst bereken je voor elk jaar afzonderlijk je jaarruimte. De jaarruimte in een bepaald jaar wordt bepaald aan de hand van je inkomen en pensioenopbouw in het voorgaande jaar. Daarbij wordt gekeken naar je premiegrondslag (bruto inkomen – AOW franchise) en hoeveel pensioen je al via werk opbouwde (als je dat deed). Dat heeft de factor A en kan je vinden op je Uniform Pensioenoverzicht (UPO).
De formule voor 2025 luidt als volgt:
Jaarruimte = 30% × (inkomen in 2024 – de AOW-franchise) – (6,27 × factor A van 2024). (Als je in 2024 geen pensioen via werk opbouwde, is factor A = 0 en vervalt die term.)
Wil je ook voor eerdere jaren de jaarruimte uitrekenen, dan moet je uitgaan van de volgende percentages:
2015 tot en met 2022: 13,3%
2023 tot en met Nu: 30%
Vervolgens bekijk je voor elk jaar wat je van de jaarruimte daadwerkelijk hebt benut. Alles wat je niet gebruikte, komt in de pot van reserveringsruimte. De reserveringsruimte is dus feitelijk de optelsom van de ongebruikte jaarruimtes van maximaal de laatste tien jaar. Heb je geen pensioen gebruikt de laatste tien jaar, dan heb je een grote reserveringsruimte. Heb je wel geld opgebouwd via een aanvullend pensioen (tweede pijler) dan trek je dit middels de factor A ervan af. V
Een eenvoudig voorbeeld:
Stel je jaarruimte bedroeg elk jaar €2.000 voor de afgelopen 3 jaar, maar je hebt geen stortingen gedaan. Dan is je reserveringsruimte nu €6.000 (3 × €2.000). Heb je sommige jaren maar een deel gebruikt, dan tel je alleen het onbenutte deel mee.
Fiscale bovengrens:
Bij het berekenen van reserveringsruimte moet je wel rekening houden met een fiscale bovengrens per jaar (zie volgende sectie). Ook vervalt jaarlijks de oudste jaarruimte zodra deze meer dan tien jaar oud is – het is dus gebruik het of verlies het na die termijn.
Zijn er hulpmiddelen om reserveringsruimte uit te rekenen?
Ja, die zijn er. Het berekenen van jaarruimte en reserveringsruimte kan complex zijn, zeker als je factor A en inkomens over meerdere jaren moet meenemen. Je kunt hiervoor de volgende hulpmiddelen gebruiken.
Lijfrentepremie van de Belastingdienst:
De Belastingdienst heeft een lijfrente tool gemaakt om de reserveringsruimte uit te rekenen. Deze vind je hier [belastingdienst.nl].
Gebruik mijnpensioenoverzicht.nl om te kijken waar je allemaal pensioen hebt opgebouwd.
Fiscale regels en maxima voor reserveringsruimte
De Belastingdienst hanteert strikte regels voor de bedragen die je met belastingvoordeel mag inleggen. We hebben de belangrijkste fiscale regels en maxima (actueel tot en met 2025) op een rij gezet.
Jaarruimte percentage:
Sinds 1 januari 2023 is het opbouwpercentage voor jaarruimte verhoogd naar 30% van je premiegrondslag. Voorheen was dit 13,3%.
Reserveringsruimte:
Je kunt ongebruikte jaarruimte tot 10 jaar terug alsnog benutten. In praktische zin betekent dit dat je in 2025 de jaarruimte vanaf 2015 kunt inhalen.
Maximale reserveringsperiode en leeftijd:
Je mag deze reserveringsruimte bovendien langer benutten naarmate je ouder wordt. Sinds 2023 is het toegestaan om tot 5 jaar na het bereiken van de AOW-leeftijd nog lijfrentepremie te storten binnen je jaar- en reserveringsruimte. Voorheen lag die grens strak bij de AOW-leeftijd zelf. Met de nieuwe regel kunnen ook mensen die net met pensioen zijn nog enkele jaren hun resterende fiscale ruimte benutten voor extra stortingen.
Maximale bedragen (jaarlijks):
De wet stelt per jaar een maximum aan de aftrekbare stortingen, zowel voor de lopende jaarruimte als voor de reserveringsruimte. Deze maxima worden jaarlijks geïndexeerd en volgen uit de formule en wettelijke grenzen. Voor 2025 is de maximale jaarruimte €35.798,- en reserveringsruimte €42.108,-.
Hoe benut je de reserveringsruimte in de praktijk?
Het benutten van reserveringsruimte verloopt via het doen van extra stortingen in een lijfrenteproduct, gevolgd door het claimen van de belastingaftrek. In grote lijnen gaat dit als volgt:
Bereken eerst je jaarruimte en reserveringsruimte.
Gebruik hiervoor de gegevens van je inkomen en pensioenopbouw van voorgaande jaren. De Belastingdienst biedt een online rekentool waarmee je kunt uitrekenen hoeveel je maximaal mag storten met aftrek. Dit geeft je inzicht in je huidige jaarruimte (van het lopende jaar) en de eventuele reserveringsruimte (ongebruikte ruimte van voorgaande jaren).
Open of gebruik een lijfrenteproduct.
Als je er nog geen hebt, kun je een lijfrenterekening (pensioenbeleggen) openen. Heb je al zo’n rekening, dan kun je daarop bijstorten. Kies een product dat past bij jouw situatie.
Stort een bedrag binnen jouw ruimte.
Maak het bedrag dat je wilt inleggen over naar de lijfrenterekening vóór 31 december van het betreffende jaar. Om in 2025 aftrek te krijgen, moet de storting bijvoorbeeld in 2025 gedaan zijn. Je mag er zelf voor kiezen of je alleen je jaarruimte van dit jaar inlegt, of ook (een deel van) je reserveringsruimte uit voorgaande jaren. Je hoeft niet per se het maximum te storten; minder mag ook.
Declareer de inleg bij je belastingaangifte.
Wanneer je je inkomstenbelasting invult over het jaar van storting, geef je het betaalde lijfrentebedrag op als aftrekpost “uitgaven voor lijfrente ”. Dit verlaagt je belastbaar inkomen. Het directe effect is meestal een belastingteruggave of minder te betalen belasting over dat jaar. Het maximale aftrekbare bedrag wordt automatisch begrensd tot je jaarruimte + reserveringsruimte; alles daarboven zal de Belastingdienst niet toestaan als aftrek.
Belastingvoordeel ontvangen.
Door deze aftrekpost krijg je een deel van je inleg terug van de fiscus. Hoeveel je terugkrijgt hangt af van je inkomstenbelastingtarief. Verdien je bijvoorbeeld voldoende voor het hoogste tarief (49,5%), dan levert elke €1000 inleg je circa €495 terug via de belasting.
In lagere schijven is het voordeel iets lager, maar nog steeds substantieel. Vaak ontvang je de teruggave in het voorjaar na je aangifte, of je kunt via een voorlopige teruggave al eerder maandelijks profiteren.
Voorbeelden wanneer je het gebruikt
Reserveringsruimte is vooral handig voor mensen bij wie de pensioenopbouw niet gelijkmatig of automatisch verloopt. Enkele veelvoorkomende situaties:
Zelfstandigen zonder pensioenregeling:
ZZP’ers en andere ondernemers zonder werkgeverpensioen hebben vaak een flink pensioentekort, omdat ze niets of weinig in de tweede pijler opbouwen. Zij kunnen jaarlijks jaarruimte gebruiken en als dat er eens niet van komt (bijvoorbeeld door investeringen in de zaak of een tegenvallend jaar), bouwt zich een reserveringsruimte op. In een goed jaar kunnen ze dan een inhaalslag maken en meerdere jaren aan gemiste inleg in één keer storten. Dit biedt ondernemers de kans om hun pensioenpot aan te vullen met belastingvoordeel, ondanks onregelmatige inkomsten.
Mensen met wisselende inkomens of carrièreonderbreking(en):
Bij werknemers kan het ook voorkomen dat ze een pensioengat hebben, bijvoorbeeld na een periode van minder werken, een sabbatical, of ontslag. Stel, iemand werkt een paar jaar in het buitenland zonder pensioenregeling, of gaat een tijd minder werken (onbetaald verlof, zorg voor kinderen, etc.). In die jaren wordt weinig pensioen opgebouwd, dus ontstaat jaarruimte die misschien niet direct benut wordt.
Later, wanneer het inkomen weer stabiel is, kan deze persoon de reserveringsruimte gebruiken om extra in te leggen. Ook iemand met wisselende inkomsten, bijvoorbeeld jaren met hoge bonussen afgewisseld met jaren zonder, kan ervoor kiezen om in de goede jaren extra bij te storten.
Later begonnen met pensioenopbouw:
Iemand die pas op latere leeftijd beseft dat zijn/haar pensioenopbouw tekortschiet, kan dankzij reserveringsruimte alsnog versneld bijstorten. Stel, een vijftiger heeft jarenlang geen of weinig jaarruimte gebruikt (bijvoorbeeld omdat hij het niet wist of omdat de hypotheek aflossen voorging). Nu de pensioenleeftijd nadert, wil hij extra pensioen opbouwen.
Dankzij de reserveringsruimte kan hij de ongebruikte ruimte van de afgelopen tien jaar gebruiken. Dat kan oplopen tot enkele tientallen duizenden euro’s.

Make an appointment
Klaar voor een moderne oplossing voor pensioen of vermogen? Maak vrijblijvend kennis met Vive en ontdek wat kan - voor jouw organisatie.
Vrijblijvende demo van alle unieke functies
Inzicht in belastingvoordeel en regelgeving
Jouw mogelijkheden in één overzicht